Peertest
Als docent filosofie probeer ik het oordeelsvermogen van leerlingen te stimuleren door leerlingen vragen te laten stellen en ze elkaar antwoorden te laten beoordelen.
Doorgaans leren leerlingen vooral vragen te beantwoorden. De docent toetst vervolgens of de antwoorden juist zijn en/of de kwaliteit hoog genoeg is. Mijn inziens leert deze manier van werken de leerling niet zelfstandig denken maar eerder gissen en gokken. Ze moeten raden welk antwoord de docent in zijn/haar hoofd heeft. Wat mij betreft moet filosofie en onderwijs in het algemeen altijd als doel hebben om mensen zelfstandig na te laten denken. Zodra de docent het laatste woord heeft, is het met deze zelfstandigheid gedaan.
Een manier om leerlingen zelfstandig na te laten denken is niet door ze te laten antwoorden maar door ze vragen te laten stellen en te laten oordelen over de antwoorden op hun vraag. Om dit in een klas van 30 leerlingen mogelijk te maken heb ik een website gemaakt (www.peertest.nl) waarop leerlingen elkaar kunnen bevragen en elkaars antwoorden kunnen wegen. Hieronder geef ik een paar voorbeelden van de toepassing hiervan. De website is overigens voor iedereen gratis te gebruiken.
Voorbeeld 1
Eén van de eerste keren dat ik de website in mijn klas gebruikte was dat naar aanleiding van een tekst over Sartre’s idee van vrijheid. Wat er meestal gebeurt in een klas na het lezen van een tekst is dat de docent of een aantal ijverige leerlingen bepaalt wat er van de tekst wordt besproken door er vragen over te stellen.
Op www.peertest.nl kunnen leerlingen anoniem vragen inleveren die hun klasgenoten vervolgens beantwoorden. Na het lezen van de tekst over Sartre en vrijheid gaf ik leerlingen de volgende opdracht: “Stel een vraag die jij interessant vindt en waarvan je benieuwd bent wat je klasgenoten erop zullen antwoorden.” Wat er toen gebeurde overtrof mijn verwachtingen compleet. In het overzicht zag ik 30 unieke, interessante vragen over de tekst. In een klas waar normaliter een paar leerlingen hun standpunt uitten, bleek iedereen een authentieke relatie tot de tekst te hebben.
Waarom is dit belangrijk?
Doordat ik geen vraag stel over de tekst bepaal ik niet wat relevant is aan de tekst. Zo zorg ik ervoor dat leerlingen zelf moeten bepalen wat er gebeurt. Het is niet genoeg om leerlingen in de klas te vragen omdat er te veel sociale processen spelen die het zelfstandig denken belemmeren. Door dit proces te anonimiseren wordt de grote diversiteit aan invalshoeken duidelijk. Zolang als die anoniem gebeurt zullen leerlingen ook niet snel gewenste antwoorden gaan geven. Ook hier vertrek ik van een spontaan, onuitgesproken oordeel over wat er interessant of opvallend is aan de tekst.
Voorbeeld 2
In een andere les liet ik leerlingen de antwoorden op de eindexamens van vorig jaar beoordelen. Deze moesten ze eerst op peertest.nl invoeren door ze over te typen. Het overtypen beschouwde ik van te voren als een noodzakelijk kwaad maar de twee lessen waarin ik me docent aan een typistenopleiding waande, waren zeer leerzaam. Ik heb leerlingen nog nooit zo kritisch gehoord over spelling, handschrift, zinsbouw en argumentatie. Aan alleen de vorm van de antwoorden viel hen al van alles op. Leerlingen beseften dat het uitmaakt hoe je je zinnen opschrijft, dat het handig is om streepjes te zetten bij de verschillende onderdelen van een goed antwoord en naar een tekst te verwijzen als dat gevraagd wordt, netjes te schrijven en zorgvuldig te argumenteren.
Waarom is dit belangrijk?
Leerlingen leren hier om antwoorden van anderen te toetsen. In plaats van criteria aan te reiken ontwikkelen ze deze vaardigheid door veelvuldig antwoorden te beoordelen – wat in een socratisch gesprek ook gebeurd. Het vermogen om de kwaliteit van je eigen werk en dat van anderen te beoordelen, wordt in de Engelstalige onderwijsliteratuur evaluative judgement genoemd. Volgens onderzoekster Joanna Tai en haar collega’s kun je dit vermogen ontwikkelen door met regelmaat werk beoordelen (Tai, 2018). Vervolgens moeten deze beoordelingen gerechtvaardigd worden in relatie tot de criteria en moet er een discussie over worden gestart (p. 472). De ontwikkeling van evaluative judgement helpt je, aldus Tai en collega’s, om beter en zelfstandiger te kunnen leren. Ten eerste ontwikkel je inzicht in wat kwaliteit inhoudt. Ten tweede leer je om op je eigen oordelen te vertrouwen waardoor je zelfstandiger en effectiever wordt in je leren.